De EU kan Darfur niet negeren
De EU kan Darfur niet negeren
Sudan’s Calamitous Civil War: A Chance to Draw Back from the Abyss
Sudan’s Calamitous Civil War: A Chance to Draw Back from the Abyss
Op-Ed / Africa 4 minutes

De EU kan Darfur niet negeren

De 20ste Europese verklaring over Darfur in drie jaar tijd betekende geen stap vooruit. Vandaag hebben de EU-ministers de 21ste kans

Het EU-beleid inzake Darfur heeft een nieuw schandelijk dieptepunt bereikt. Op hun laatste vergadering verklaarden de ministers van Buitenlandse Zaken in grote lijnen dat Darfur 'niet hun probleem is'. Het staat buiten kijf dat Europa meer inspanningen kan en moet leveren om een einde te maken aan het verschrikkelijke geweld van de Soedanese regering tegen haar eigen bevolking. Geweld dat al meer dan 200.000 levens heeft gekost en 2,6 miljoen mensen op de vlucht dreef.

Op hun samenkomst op 23 april vaardigden de Europese ministers van Buitenlandse Zaken een nieuwe verklaring uit over de crisis. De twintigste in drie jaar tijd. Steunden ze het voorstel van de Britse premier Tony Blair om het vliegverbod van militaire vluchten boven Darfur dat door de VN Veiligheidsraad in 2005 was afgekondigd, kracht bij te zetten? Neen. Gaven ze gehoor aan de verklaring van de Duitse bondskanselier Angela Merkel op de Europese top in maart om strenge sancties tegen de regering van Khartoem te overwegen? Neen. Hebben ze enige vooruitgang geboekt in vergelijking met de negentien vorige onbruikbare verklaringen? Jammer genoeg niet.

In plaats daarvan spelen ze de bal door, verlaten ze het terrein en verklaren ze 'dat de Raad (van ministers van Buitenlandse Zaken) haar steun herhaalt voor de dringende overweging van verdere maatregelen door de Veiligheidsraad'. Met andere woorden: laat de VN het oplossen.

Het is waar dat krachtdadige stappen op wereldniveau ideaal zouden zijn, maar vooruitgang uit die hoek is ondraaglijk langzaam op gang gekomen. Er is bovendien geen reden waarom de EU de VN-inspanningen niet zou kunnen aanvullen.

De Veiligheidsraad vroeg in augustus 2006 om een VN-vredesmacht van 20.300 manschappen, maar die resolutie zocht de voorafgaande 'instemming' van Khartoem. Die goedkeuring kwam er niet. De Soedanese autoriteiten en de VN kwamen in november tot een overeenkomst voor een hybride troepenmacht, bestaande uit zowel militairen van de VN als van de Afrikaanse Unie. De ontplooiing daarvan zou in drie fasen gebeuren. Maar sindsdien heeft Khartoem alles in het werk gesteld om dat te vertragen met ontelbare diplomatieke manoeuvres en openlijke terugtrekking. Negen maanden na de VN-resolutie en zes maanden na het akkoord over een hybride missie staan we nog steeds ver van enige betekenisvolle VN-steun aan de Afrikaanse Unie in Darfur. En dat is grotendeels te wijten aan het dwarsliggen van de regering en een verdeelde internationale aanpak.

De EU en haar lidstaten moeten een sleutelrol spelen om de druk op Khartoem op te voeren met het doel een einde te stellen aan het gedraal van de Soedanese leiders door hen de prijs te laten betalen voor hun onophoudelijke onbuigzaamheid. De Amerikaanse regering werkt meer en meer in die richting, maar kan niet alleen succesvolle resultaten bereiken. Er zijn uitvoerbare maatregelen die de EU zou kunnen gebruiken om de efficiëntie van de VN-inspanningen te verbeteren.

Ten eerste zouden de EU-ministers van Buitenlandse Zaken gevolg moeten geven aan de oproep van het Europees Parlement en doelgerichte sancties opleggen tegen de Soedanese regering. Deze sancties zouden eveneens de medeplichtigen moeten viseren die geïdentificeerd zijn door de VN-onderzoekscommissie en het panel van experts als de verantwoordelijken voor de misdaden tegen de menselijkheid in Darfur. Hun financiële tegoeden in Europa moeten worden bevroren en zij moeten een reisverbod binnen de EU krijgen. Deze maatregelen zijn trouwens al van kracht voor verantwoordelijken van grove mensenschendingen in andere landen zoals Myanmar en Oezbekistan. Zonder Zimbabwe te vergeten, waarvoor deze maand de EU-ministers van Buitenlandse Zaken hebben besloten om de lijst van personen met vliegverbod in Europa te verlengen.

Als tweede maatregel zou de EU de inkomsten van de Soedanese regering en de instroom van buitenlandse investeringen moeten aanpakken. Het is van het grootste belang dat de EU en haar lidstaten wetten bepalen die Europese bedrijven verbieden om direct te participeren in Soedans petroleumsector en in afgeleide industrieën. Dit zou gepaard moeten gaan met voorzieningen voor alternatieve steun aan de autonome regering van Zuid-Soedan.

Ten derde zou de EU haar eigen onderzoek moeten starten naar de offshorerekeningen van Soedanese bedrijven en economische tegoeden gelinkt aan de National Congress Party die de macht heeft in Khartoem. Dit zou de weg openen voor sancties tegen de commerciële groepen van de regering. Die financieren immers hoofdzakelijk de door de regering gemachtigde milities die verantwoordelijk zijn voor de wreedheden in Darfur.

Geen enkele van die maatregelen zou op welke manier ook de nood voor actie op VN-niveau ondermijnen. Deze sancties zouden bovendien noch de VN-inspanningen om het vredesproces tussen de Soedanese regering en de rebellengroeperingen op gang te brengen, noch de kans voor een nieuwe politieke dialoog verhinderen. Integendeel, deze dubbele aanpak zou een echte aanmoediging kunnen betekenen voor het vredesproces: het zou Khartoem meer onder druk zetten om zich ernstig te engageren voor vredesgesprekken en het zal een duidelijke boodschap van de internationale gemeenschap geven, namelijk dat Khartoems voortdurende misdaden tegen de menselijkheid in Darfur niet getolereerd zullen worden. Gerichte strafmaatregelen zijn de beste manier om de regering af te raden haar zoektocht naar een militaire overwinning verder te zetten en om van vrede de beste oplossing voor alle partijen te maken.

Ondanks het spelletje blufpoker van Khartoem staan ze erom bekend gehoor te geven aan internationale druk en om zich te engageren voor een politieke oplossing. Het meest bekend is de ondertekening van het vredesakkoord (the Comprehensive Peace Agreement) in 2005 die een einde maakte aan de twintigjarige oorlog met het zuiden. Toen werden de eisen van de internationale gemeenschap kracht bijgezet door sterke bedreigingen van sancties, inclusief beperkingen op het reisverkeer van Soedanese functionarissen en sancties tegen Sudan Airways.

Het voortdurende doorschuiven van de verantwoordelijkheid door de EU moedigt Khartoem enkel aan. Bij de samenkomst van vandaag en morgen hebben de Europese ministers van Buitenlandse Zaken de 21ste kans om die les te leren en om de nodige druk op te voeren die de VN kan helpen om de gruwel te stoppen.

Subscribe to Crisis Group’s Email Updates

Receive the best source of conflict analysis right in your inbox.